Hoppenbrouwers benoemt Raad van Commissarissen

Door de groei van afgelopen jaren, naar een van omzet van 316 mln in 2022 met omvang van 1650 medewerkers, wordt de impact van het familiebedrijf op klanten en medewerkers steeds groter. Met de komst van de zeer ervaren bestuurders in de RvC wordt het reflectie vermogen binnen de directie van het familiebedrijf verbreed. Tegelijkertijd wordt de afhankelijkheid van de onderneming van Henny de Haas als eigenaar/directeur minder. De RvC en Swinkels hem bij in het opvolgingstraject dat zijn drie zoons volgen om de continuïteit van het familiebedrijf te waarborgen.

Ambitie 2030

Henny de Haas is blij met de krachtige RvC, waarvan hij overtuigd is dat het helpt de continuïteit van Hoppenbrouwers te waarborgen. “Bovendien zullen ze ook gaan fungeren als sparringpartners en adviseurs bij onze ambitieuze plannen richting toekomst, zoals vastgelegd in het visieplan 2030.” Het familiebedrijf wil groeien naar 5.000 medewerkers verspreid over ruim 40 vestigingen in Nederland en 1 miljard omzet per jaar. Het streven is één van de beste duurzaamste technisch dienstverleners in Nederland te worden.

Angelique Poiesz werkte in diverse functies bij verschillende bedrijven en banken, waarin ze haar financiële achtergrond combineerde met advies en begeleiding bij investeringen en advies op het gebied van (familie)vermogen. Ook deed ze de opleiding commissaris en toezichthouders bij de Erasmusuniversiteit. Zij heeft veel ervaring met en een hart voor familiebedrijven. Poiesz: “Ik zie Hoppenbrouwers als een bedrijf van de toekomst, dat onder andere op het gebied van duurzaamheid een belangrijke maatschappelijke bijdrage kan leveren. Het is een prachtige missie om mee te helpen deze onderneming verder te brengen.”

Jan-Renier Swinkels: “Hoppenbrouwers heeft alle potentie om ook in de toekomst een succesvol familiebedrijf te blijven. “De drive is hier enorm. Niet alleen bij Henny de Haas, maar bij iedereen die hier werkt. Ze snappen allemaal wat de ambities zijn. Iedereen heeft er zin in en gaat ervoor. Dat heb ik zelden nog zo meegemaakt.”